Brussel, 11 oktober 2022
Op 13 september 2022 werd op de televisiezender ARTE een documentaire uitgezonden onder de titel "Bouddhisme, la loi du silence” (vertaling: Boeddhisme, de wet van de stilte), waarin seksueel, fysiek en financieel misbruik in bepaalde boeddhistische gemeenschappen aan de kaak gesteld werd. Op 14 september 2022 verscheen een boek met dezelfde titel bij JC Lattès, waarvan de auteurs ook de makers van deze documentaire zijn.
Op 25 september 2022 heeft de Europese Boeddhistische Unie haar eerdere verklaringen en toezeggingen (2018 en 2020) herbevestigd. De Boeddhistische Unie van België (BUB) werd door deze verklaring geïnspireerd om een duidelijk standpunt in te nemen over deze kwestie, en wel als volgt :
In een spirituele context, kan, zoals in elke andere context, ongepast gedrag voorkomen, met inbegrip van allerlei vormen van misbruik. Dit is altijd zo geweest, in vele landen en in vele religieuze, spirituele en filosofische tradities. Helaas is dat vandaag de dag nog steeds zo en boeddhistische gemeenschappen vormen daarop geen uitzondering. Wij erkennen met grote droefheid het lijden dat de slachtoffers is toegebracht door leraren en leiders die beweren boeddhist te zijn.
Het is al vele jaren duidelijk dat er ernstige integriteitsschendingen hebben plaatsgevonden, en in sommige gevallen ook strafbare feiten. Een sterk gevoel van hiërarchie, hechte gemeenschap, gedeelde geloofssystemen en oprechte betrokkenheid kunnen allemaal bijdragen tot een gezonde spirituele omgeving. Maar ze kunnen ook leiden tot ongezonde relaties en ernstige schade veroorzaken bij volwassenen en kinderen.
Het is duidelijk dat de mensen die het meest lijden de slachtoffers van misbruik zijn. Zij worden verder getraumatiseerd door de onwil en/of het onvermogen van instellingen en hun leiders om misbruik aan te pakken of te voorkomen, of in plaats daarvan in de doofpot te stoppen.
In de onderwijsrelatie heeft de leraar meer macht en verantwoordelijkheid dan de leerling. Wij bevelen ten zeerste aan dat seksuele relaties tussen docenten en leerlingen ofwel worden onderworpen aan duidelijk omschreven en effectief gehandhaafde regels, ofwel helemaal worden verboden, om zo het risico van machtsmisbruik te beperken.
De documentaire is voornamelijk gebaseerd op twee flagrante situaties, waarover al talrijke persartikelen en documentaires zijn verschenen. Het eerste betreft de Belg Robert Spatz, zelfbenoemde Lama Kunzang Dorje, en zijn optreden in de jaren 1970-80. Hij werd op 2 december 2020 door het Hof van Beroep te Luik veroordeeld tot vijf jaar voorwaardelijke gevangenisstraf en op 5 oktober 2022 verwierp het Hof van Cassatie het beroep dat hij hiertegen aantekende. De tweede situatie betreft de Tibetaanse meester Sogyal Rinpoche.
Op 14 juli 2017 stuurden acht voormalige leerlingen, samen met 1.500 leerlingen van het Rigpa-netwerk, een lange open brief. Daarin stelden zij zijn "fysieke, emotionele, psychologische en seksuele mishandeling" en zijn "extravagante en hebzuchtige" levensstijl aan de kaak. Op 1 augustus 2017 steunde de Dalai Lama tijdens een conferentie in India het openbaar maken van deze grieven. Tevens bekritiseerde hij de "feodale" invloed die nog steeds op sommige boeddhistische instellingen rust. Hij benadrukte dat Sogyal Rinpoche nu "in ongenade is gevallen". (Zie zijn verklaringen). De Dalai Lama verwijst hierbij ook, zoals hij vaak doet, naar de conclusies van de bijeenkomst van 1993 in Dharamsala met westerse boeddhistische leraren over de misstanden die door bepaalde boeddhistische "meesters" zijn begaan.
Het is verrassend dat de auteurs van de documentaire lijken te impliceren dat de Dalai Lama het met deze conclusies niet eens was. De titel "Boeddhisme, de wet van de stilte" is zwaar aangedikt en ontkent het overduidelijke feit dat het boeddhisme niet georganiseerd is zoals de katholieke kerk met een paus die bisschoppen benoemt, die priesters benoemen en kunnen ontslaan, wat een keten van verantwoording impliceert.
Het is ook verbazingwekkend dat de auteurs geen melding maken van het feit dat het Rigpa-netwerk op 11 augustus 2017 de "onmiddellijke" verwijdering van Sogyal Rinpoche uit zijn geestelijk leiderschap aankondigde, een onafhankelijk onderzoek organiseerde en een openbare ethische code instelde. De ethische code vormt een basis waarmee elke volgeling kan nagaan of een boeddhistische leraar al of niet over de grens gaat. Daarnaast ging Sogyal Rinpoche in ballingschap in Thailand waar hij in 2019 overleed.
Gezien de voor de hand liggende commerciële implicaties van de voorafgaande aankondiging in alle grote Franse media van het Arte-programma "Bouddhisme, la loi du silence", die tevens de lancering was van de publicatie van het gelijknamige boek, kan men zich afvragen wat de beweegredenen van de auteurs waren. Mede dat zij in hun "onderzoek" opnieuw feiten naar voren brengen die reeds ruimschoots in de media zijn gepubliceerd, en daarbij de indruk wekken dat het gaat om een "systeem" dat momenteel binnen alle boeddhistische organisaties van kracht is, met de stille medeplichtigheid van de veronderstelde "hoogste boeddhistische autoriteiten". Deze verkeerde voorstelling van zaken is inderdaad uiterst schadelijk voor het imago en de leer van het boeddhisme in het Westen.
Wij erkennen dat het vanuit de positie van een leraar, ongeacht hun hoge spirituele positie, niet mogelijk is om machtsmisbruik door "meesters" die zij niet zelf hebben benoemd, effectief aan te pakken. Als boeddhistische organisaties in het Westen zijn wij echter verantwoordelijk voor het creëren van een veilige omgeving voor leerlingen, vrijwilligers en leraren.
Het eerste principe van de boeddhistische ethiek is het vermijden van schade. Dit principe is in de hele geschiedenis van het boeddhisme benadrukt.
Wij roepen alle boeddhistische verenigingen op, ongeacht of ze lid zijn van de BUB of niet, om eerlijk en effectief om te gaan met beschuldigingen van ernstige schendingen van ethische voorschriften en de wet, door hun leraren en verantwoordelijken, en te luisteren naar degenen die zich geschonden of ongehoord voelen, met mededogen voor alle betrokkenen.
In die optiek heeft de Boeddhistische Unie van België sinds 2016 een "Ethisch en Deontologisch Charter" opgesteld dat alle aangesloten verenigingen hebben toegezegd nauwgezet te zullen naleven. Dit charter betreft ongepast gedrag en misbruik dat verschillende vormen kan aannemen: economisch, fysiek, psychisch, seksueel, institutioneel of structureel. Elke aangesloten vereniging moet Contactpersonen Integriteit aanwijzen die onafhankelijk zijn van de besluitvormingsorganen en hun contactgegevens op hun website publiceren. Bovendien stelt de BUB zelf ook Contactpersonen Integriteit ter beschikking voor wie buiten de eigen boeddhistische vereniging wil gehoord worden of een opvolging wenst van de Ethische en Deontologische Commissie.
Comments